dinsdag, oktober 24, 2006

Realisme en Naturalisme

Tot nu toe heb ik de termen Realisme en Naturalisme door elkaar gebruikt (Gombrich maakt dat onderscheid ook niet echt). Om de discussie te verhelderen is het misschien nodig om ze van elkaar te onderscheiden.
Ik zal a.d.h.v. een aantal voorbeelden uit de kunstgeschiedenis proberen het onderscheid tussen Realisme en Naturalisme aan te tonen.

Een eerste poging heb ik in mijn scriptie 'Perifeer Landschap' , 1995, Academie Minerva, Groningen gedaan en neem daar een groot deel van over.
Eén van de eerste voorbeelden van realisme in de schilderkunst is de schilder Goya (1746-1828) die met zijn prenten "De gruwelen van de oorlog"een realist is te noemen.
Het schilderij ''De ondergang van de Medusa'' (1819) van Géricault is een ander voorbeeld. Dit schilderij kan als één van de eerste pogingen beschouwd worden om een menselijk drama realistisch af te beelden. Het moge duidelijk zijn dat het schilderij weinig realistisch is en dat de drenkelingen er na zo'n lange tijd op zee er nog behoorlijk gezond uitzien.
De poging van Géricault om de aandacht van het publiek te trekken om het menselijk falen aan de kaak te stellen is destijds wel overgekomen (Gill, 1989). Bij beide schilders is wel duidelijk dat hun subjectiviteit een grote rol speelt bij het vervaardigen van hun schilderijen en dat van zuivere objectiviteit geen sprake is. Het is dan ook de vraag of in het Realisme objectiviteit wel bestaat en of het werkt om een boodschap over te brengen.
Wil een boodschap emotioneel overkomen dan dient de berichtgever kennelijk een subjectief verslag te doen.
In het realisme is dus iedere manipulatie toegestaan, zolang het maar het gewenste effect oplevert. Klaarblijkelijk speelt het ooggetuigeverslag de hoofdrol: Het zodanig beschrijven van een gebeurtenis dat het voor het publiek aannemelijk wordt dat je erbij bent geweest met alle gevoelens van dien. Met andere woorden het realisme is niet objectief, alhoewel het in het spraakgebruik vaak wel als zodanig verkocht wordt.
Samengevat is realisme een subjectieve aangelegenheid, waarbij elementen uit de buitenwereld zodanig worden gepresenteerd dat ze bij de toeschouwer een door de presentatie gewenst effect oproepen.
Het Naturalisme is nooit een echte stroming geweest en kan meer als een stijl of een kunstopvatting beschouwd worden.
Ik beschouw die fysieke werkelijkheid van vormen, licht-donker, kleuren, hard- zacht, diepte, textuur etc. als een objectieve werkelijkheid waarop het organisme met zijn zintuigen gedurende een evolutie van miljoenen jaren heeft gereageerd en waarop hij zijn acties heeft afgesteld.
Het naturalistische schilderen probeert binnen het visuele waarnemen deze variabelen te onderzoeken. Als een naturalistisch schilder beschouw ik die schilders, die de eigenschappen van het licht de boventoon laten voeren. In feite zoekt een naturalistisch schilder niet de vorm van de dingen, maar eerder de structuur van het licht, dat door de dingen wordt gereflecteerd. Hij zal trachten van verf weer licht te maken.
In die zin vallen zowel Vermeer (1632-1675) als Rothko (1903-1970) ook onder mijn omschrijving van het naturalisme.
Het voorlopige hoogtepunt van het naturalisme is mijns inziens het Impressionisme. Schilders als Monet en Pissaro laten de vorm steeds meer los en geven de waarneming van het licht de belangrijkste rol binnen hun schilderen (Honour & Fleminp 1982, p.547).

Gill, M.: The Image of the Body. Doubleday, 1989

Geen opmerkingen: