vrijdag, oktober 07, 2011
donderdag, december 21, 2006
Gombrich en Gibson
''The visual field is the product of the chronic habit of civilized men of seeing the world as a picture.'' Met deze uitspraak van Gibson in 1952 begint Gombrich (1982, p.162) zijn essay over Gibson, waarna hij vervolgt met: ''that the chronic habit of civilized men is not sufficient for most of them to adopt the necessary attitude to paint without training”. In feite ziet de wereld er niet uit als een vlak schilderij, maar ziet een vlak schilderij eruit als de wereld (Gombrich, 1960, p.282). Daarom moet er door de schilder iets meer gedaan worden dan de wereld alleen maar als een schilderij te zien.
Volgens Gibson (1986) is perceptie in principe niet reduceerbaar tot sensaties en daarom is het onmogelijk om de ''act of perception'' bewust te analyseren. Waarschijnlijk doet de schilder ''iets'' met deze act of perception, waarvan hij alleen achteraf herkent dat het overeenkomt met de werkelijkheid. Door reductie tot invarianties wordt de werkelijkheid door de schilder gemanipuleerd tot een schematisch beeld. Hoe schematischer hij werkt en niet alles invult, des te sterker werkt het beeld op de toeschouwer. Er is in feite maar heel weinig voor nodig om een compleet beeld te krijgen. De interne waarnemingsschema's van de toeschouwer worden waarschijnlijk op dezelfde manier geactiveerd als dat in een natuurlijke situatie zou zijn gebeurd.
Phantom sensations zijn de projecties van de toeschouwer op het door de kunstenaar aangeboden materiaal (Gombrich, 1982, p.171), die zich over het algemeen zich probleemloos verbinden met hetgeen de kunstenaar wil laten zien. Interessant wordt het als deze projecties niet meer overeenkomen met deze bedoelingen en de toeschouwer op het verkeerde been wordt gezet, hetgeen vergelijk baar is met een hongerig iemand die in alle aangeboden beelden voedsel ziet. Deze beelden worden door Gombrich pre-images genoemd (Gombrich blz. 192, 1982).
Het schijnt voor de mens bevredigend te zijn iets te herkennen of van externe stimuli iets herkenbaars te maken. Een kunstmatig opgewekt waarnemingsproces biedt als het ware de belofte van de bevrediging van de behoeften van de kijker.
J.J. Gibson: The Ecological Approach to Visual Perception, Hillsdale, 1986
Volgens Gibson (1986) is perceptie in principe niet reduceerbaar tot sensaties en daarom is het onmogelijk om de ''act of perception'' bewust te analyseren. Waarschijnlijk doet de schilder ''iets'' met deze act of perception, waarvan hij alleen achteraf herkent dat het overeenkomt met de werkelijkheid. Door reductie tot invarianties wordt de werkelijkheid door de schilder gemanipuleerd tot een schematisch beeld. Hoe schematischer hij werkt en niet alles invult, des te sterker werkt het beeld op de toeschouwer. Er is in feite maar heel weinig voor nodig om een compleet beeld te krijgen. De interne waarnemingsschema's van de toeschouwer worden waarschijnlijk op dezelfde manier geactiveerd als dat in een natuurlijke situatie zou zijn gebeurd.
Phantom sensations zijn de projecties van de toeschouwer op het door de kunstenaar aangeboden materiaal (Gombrich, 1982, p.171), die zich over het algemeen zich probleemloos verbinden met hetgeen de kunstenaar wil laten zien. Interessant wordt het als deze projecties niet meer overeenkomen met deze bedoelingen en de toeschouwer op het verkeerde been wordt gezet, hetgeen vergelijk baar is met een hongerig iemand die in alle aangeboden beelden voedsel ziet. Deze beelden worden door Gombrich pre-images genoemd (Gombrich blz. 192, 1982).
Het schijnt voor de mens bevredigend te zijn iets te herkennen of van externe stimuli iets herkenbaars te maken. Een kunstmatig opgewekt waarnemingsproces biedt als het ware de belofte van de bevrediging van de behoeften van de kijker.
J.J. Gibson: The Ecological Approach to Visual Perception, Hillsdale, 1986
Labels:
act of perception,
Gibson,
Gombrich,
phantom sensations,
pre-images
Abonneren op:
Posts (Atom)